Ontslag met wederzijds goedvinden en bedrijfseconomische redenen
Ontslag met wederzijds goedvinden kan een oplossing zijn voor werkgevers die een procedure via het UWV voor ontslag wegens bedrijfseconomische redenen willen voorkomen. Zowel de werkgever als de werknemer kunnen voordeel hebben bij een ontslag met wederzijds goedvinden. De werknemer kan meestal een hogere ontslagvergoeding bedingen en de werkgever bespaart de tijd en de kosten van een risicovolle ontslagprocedure. Het ontslagrecht stelt hoge eisen aan een werkgever voor het verkrijgen van toestemming voor een ontslag om bedrijfseconomisch redenen.
Veel werkgevers zijn wegens bedrijfseconomische redenen genoodzaakt om ontslag aan te vragen voor een deel van hun werknemers. Voor het ontslag van een werknemer om bedrijfseconomische redenen heeft een werkgever toestemming nodig van het UWV, tenzij er sprake is van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die niet tussentijds kan worden opgezegd. In dat geval moet een werkgever de kantonrechter verzoeken om de arbeidsovereenkomst tussentijds (voor de contractuele einddatum) te laten ontbinden.
Het UWV moet een verzoek tot ontslag wegens bedrijfseconomische redenen toetsen aan de hand van een aantal vaste criteria om te kunnen beoordelen of het ontslagverzoek kan worden verleend. Het gaat om de volgende drie criteria die in beginsel voor alle werkgevers gelden:
(1) Er komen structureel (over een periode van minimaal 26 weken) arbeidsplaatsen te vervallen als gevolg van een gedeeltelijke of volledige bedrijfsbeëindiging, of als gevolg van maatregelen die om bedrijfseconomische redenen nodig zijn voor een doelmatige bedrijfsvoering.
(2) Een werkgever mag niet willekeurig ontslag aanvragen voor zijn werknemers maar moet dit doen op basis van verplicht voorgeschreven ontslagregels die bepalen welke werknemer in aanmerking komt voor ontslag. Deze ontslagregels staan bekend als het afspiegelingsbeginsel en zijn onder andere opgesteld om te voorkomen dat een werkgever voor een onevenredig aantal oudere werknemers ontslag gaat aanvragen. Oudere werknemers hebben over het algemeen een zwakkere positie op de arbeidsmarkt en het afspiegelingsbeginsel biedt oudere werknemers extra ontslagbescherming tegen willekeur.
(3) Een werkgever moet redelijkerwijs aannemelijk maken dat voor de werknemer voor wie ontslag wordt aangevraagd binnen een redelijke termijn geen mogelijkheden zijn voor herplaatsing in een andere passende functie binnen de onderneming of ondernemingsgroep.
Het UWV kan de ontslagvergunning alleen afgeven als een werkgever aan alle drie bovengenoemde vereisten heeft voldaan. Het UWV moet een aanvraag voor een ontslagvergunning sowieso afwijzen als een werkgever niet alle vereiste informatie kan overleggen of als een werkgever de noodzaak van het bedrijfseconomisch ontslag onvoldoende heeft onderbouwd. Het UWV kan de aanvraag voor een ontslagvergunning ook afwijzen op grond van het verweer van de werknemer voor wie ontslag is aangevraagd.
Wilt u juridisch advies van een arbeidsrecht advocaat of heeft u een rechtsbijstandverzekering voor ontslag maar bent u niet tevreden over de wijze waarop u wordt bijgestaan? Vraag gerust om een geheel vrijblijvend advies van een erkend arbeidsrecht advocaat uit uw regio. Na ontvangst van uw verzoek via het contactformulier wordt u gebeld door een arbeidsrecht advocaat om uw ontslag te bespreken. Wellicht is het mogelijk om een (veel) hogere ontslagvergoeding te ontvangen dan het huidige aanbod van uw werkgever. Wij werken landelijk en zijn u graag van dienst.